
Je hebt van die dagen dat het allemaal niet wil lukken. Gewoon omdat je met je verkeerde been uit bed stapt. En dat na een slechte nacht. Dochter van zes had buikpijn en kroop gezellig bij je. Je staat te laat op, de vloer is ijskoud en de wc is al in gebruik genomen door de puberzoon. Ondertussen weigert dochterlief van negen haar bed uit te komen. Oké, rustig blijven, denk ik bij mezelf. Maar ja, ik ben geen ochtendmens, dus dat gaat geheid fout.
Inderdaad, even later weten beide meiden niet wat ze aan moeten trekken en het is al laat. Ik hijs mezelf in een jurk en heb inmiddels een oog in de mascara zitten als een van de meiden roept; “Ik wil die rode jurk aan, waar is’ie?” “In de was”, gil ik terug. Tja, dat had ik beter niet kunnen zeggen. Dochter zet het op een brullen want het is haar mooiste jurk en die moet per se vandaag aan. Inmiddels is de puberende zoon beneden zijn boterhammen aan het smeren. Of ik hem nog even wil overhoren. “Tuurlijk schat”, zeg ik. Ik probeer rustig te blijven, maar moet nog steeds met de mascararoller mijn tweede oog bewerken en kan mijn maillot niet vinden.
Manlief is al druk bezig met het ontbijt voor de meiden, maar vergeet mij. Ik vraag of ik ook een boterham mag, maar hij zit net en wil niet van zijn stoel af. Terecht, maar ja, dat realiseer ik me ’s morgens niet. Ik reageer kortaf en hij dus ook. Ondertussen willen de meiden niet eten, gooit zoonlief zijn thee omver en heb ik nog steeds geen boterham. Nog vijf minuten; haren kammen, eten, bekers klaarzetten, tandenpoetsen, jassen aan, de tijd dringt.
Inderdaad, even later weten beide meiden niet wat ze aan moeten trekken en het is al laat. Ik hijs mezelf in een jurk en heb inmiddels een oog in de mascara zitten als een van de meiden roept; “Ik wil die rode jurk aan, waar is’ie?” “In de was”, gil ik terug. Tja, dat had ik beter niet kunnen zeggen. Dochter zet het op een brullen want het is haar mooiste jurk en die moet per se vandaag aan. Inmiddels is de puberende zoon beneden zijn boterhammen aan het smeren. Of ik hem nog even wil overhoren. “Tuurlijk schat”, zeg ik. Ik probeer rustig te blijven, maar moet nog steeds met de mascararoller mijn tweede oog bewerken en kan mijn maillot niet vinden.
Manlief is al druk bezig met het ontbijt voor de meiden, maar vergeet mij. Ik vraag of ik ook een boterham mag, maar hij zit net en wil niet van zijn stoel af. Terecht, maar ja, dat realiseer ik me ’s morgens niet. Ik reageer kortaf en hij dus ook. Ondertussen willen de meiden niet eten, gooit zoonlief zijn thee omver en heb ik nog steeds geen boterham. Nog vijf minuten; haren kammen, eten, bekers klaarzetten, tandenpoetsen, jassen aan, de tijd dringt.
Blijkbaar doen we nu allemaal erg onaardig tegen elkaar want de jongste roept ineens; “Hou nou eens op met bepvechten. Ik word gek van jouw ochtendhumeur”. Even kijken we allemaal verbaasd naar het hoofd van de tafel (haar vaste plek). En dan moeten we vreselijk lachen. Want het is ook een onzinnig beppen wat we doen en dat ochtendhumeur van mij is vreselijk. “Dank je schat”, roep ik en geef haar een dikke kus. Ze maakt mijn ochtend weer helemaal goed!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten