dinsdag 29 maart 2011

Drie mannen en een bos bloemen




















Ik heb iets met spullen. Sommige dingen kan ik moeiteloos weggooien, andere dingen zullen nooit weggaan. Omdat er teveel herinneringen aan kleven. Neem bijvoorbeeld onze oude apothekerskast. Ooit gekocht in een tweedehandswinkeltje. Een ladenkast die al diverse functies heeft gehad voor het in ons leven kwam. En ook bij ons vervulde het diverse functies. In ons oude huis bewaarden we er de keukenvoorraad in. Later, toen de kinderen kwamen, werd het een commodekast en nu staat het alweer jaren in de woonkamer. Gevuld met waardevolle spullen, kinderknutsels, pianoboeken en spulletjes waar je even snel een plekje voor zoekt.

Sinds de dood van mijn zwager kreeg het kastje er een functie bij. We zochten een mooie foto van hem en zette die op de kast. En iedere avond branden we er een kaarsje. Inmiddels deelt mijn zwager dit plekje met nog twee lieve mannen die een half jaar geleden stierven. Het is de plek voor ‘onze mannen’ geworden.Een plek met veel herinneringen die we zo tastbaar bij ons houden.

Tijdens de verbouwing werd de woonkamer ontruimd en dochterlief maakte zich ineens zorgen. Wat moesten we met ‘onze mannen’ doen? We hadden ze even, heel oneerbiedig, in een doosje op zolder gezet. Afgelopen week, toen we de kamer weer aan het inrichten waren, kwamen ‘onze mannen’ ook weer tevoorschijn. Afgestoft en opgepoetst staan ze weer op de kast. Met het kaarsje erbij. We voelen ons weer compleet.

Gisterenavond kwam de buurvrouw even op bezoek. Ze was vrijdag getrouwd en ging op huwelijksreis. Ze had een aantal prachtige boeketten gekregen. Of we er eentje wilden, want als zij thuiskwam zouden ze verdord zijn. Ik nam de bloemen graag aan. De mooie grote witroze rozen, fresia’s en lelies bloeien uitbundig en ruiken heerlijk. Ze staan te pronken naast ‘onze mannen’. De kast is een plek waar dood en leven, verstilling en uitbundigheid nu naast elkaar staan. Een kast vol waardevolle herinneringen. Een kast waar we nooit meer afscheid van zullen nemen.

maandag 21 maart 2011

De elfjes van mijn dochter



















Ze is pas zeven, bijna acht en schrijft sinds kort elfjes; korte gedichten van elf woorden. Over wat haar bezighoudt. Kleine ergenissen, grote rampen en lieve momenten.

donderdag 17 maart 2011

Muffe stroopwafels


Deurverkopers. Ik heb er een hekel aan. Heb altijd het gevoel dat ze me belazeren. Ze zijn er in alle soorten en maten; jong, oud, lelijk en mooi. En vooral voor die laatste ben ik bang.

Dat zit zo. Jaren geleden deden manlief en ik de deur open voor een heel lief meisje. Dachten we. Ze zat op de kunstacademie en had een aantal schilderijen bij zich. Die wilde ze graag verkopen. Misschien hadden we interesse? Want ja, die studie was zo duur. Al die onkosten die ze moest maken. Mocht ze misschien even binnenkomen? Ze vroeg het heel lief, hield haar hoofd een beetje schuin en liet haar handen heel subtiel door haar blonde haren gaan. Manlief smolt en was verkocht.
Zo stond ze even later in onze kamer. We hadden een leuk gesprek en uiteindelijk kochten we een schilderij. We waren er nog best blij mee ook. Onze buuf had er ook eentje gekocht, beetje zelfde stijl, maar toch anders.

Drie weken later was ik op bezoek bij een vriendin. Ze had een nieuw schilderij en was er heel blij mee. Nieuwsgierig liep ik met haar mee. En daar hing hetzelfde schilderij als dat buuf had gekocht! Ik belde direct ons lieve kunstacademiemeisje. Helaas, het telefoonnummer was afgesloten. Manlief en ik, we waren er met open ogen ingetrapt. Woedend haalde ik ’s avonds het schilderij van de muur.

Sindsdien probeer ik iedereen buiten de deur te houden. Glazenwassers, energieverkopers, stroopwafelbakkers, politieagenten die gratis de beveiliging van het huis wel onder handen wilden nemen en beminde gelovigen, komen er niet meer in. Dat gaat best goed. Die glazenwasser met zijn witte busje die flyers stuurt met de aanbieding ‘altijd shone ramen’, kan ik makkelijk buiten houden. Maar met lieve jonge meisjes en knappe kerels kan het nog wel eens mis gaan. Zoals gisterenavond. Ik kocht twee zakken stroopwafels. Vanochtend haalde ik er een uit het zakje. De wafel rook muf en was taai. Blijkt de houdbaarheidsdatum allang verstreken te zijn.

maandag 7 maart 2011

Over klussen en verkruimelde popcorn


Het begon allemaal maandag 24 januari en we hadden er ontzettend veel zin in. Het weekend ervoor waren we er al druk mee bezig. Opruimen, weggooien, boeken in dozen en speelgoed uitzoeken. Wat bewaren we wel en wat gooien we weg. Jurken en jassen die ik tien jaar zorgvuldig bewaard had, gingen direct naar de retourboer en ook mijn studiepapers gingen in de weggooidoos. Streng, heel streng beoordeelden we alle spullen die we in de loop van tien jaar op de zolder een plekje hadden gegeven.

Stampvol en onoverzichtelijk was de zolder. Je kon er je kont niet keren, maar daar kwam nu eindelijk verandering in. Want die 24ste januari, ’s morgens om acht uur, stond buurman de klusjesman voor de deur om te beginnen met de renovatie. Het hele huis kreeg een flinke opknapbeurt en voor oude rotzooi was geen plaats meer.

We zijn zes weken verder. Buurman de klusjesman heeft inmiddels de sleutel van het huis en begroet ons iedere ochtend met een ‘wat wordt het hier mooi!’. Ik knik nog steeds instemmend, maar mijn enthousiasme taant met de dag. Ok, de zolder en het trappenhuis zijn klaar en heel erg mooi. Het is lekker opgeruimd en ziet er fris en strak uit.

Maar nu buurman de klusjesman met de woonkamer bezig is, begin ik het ook een beetje zat te worden. Die mooie zolder staat nu vol met spullen uit de woonkamer. Ik kan nergens bij en heb nergens meer mijn eigen plek. Wonen doen we in de slaapkamer. We eten op bed, kijken er tv en nemen er onze borrel. Omdat de verwarming niet werkt, lig ik ’s avonds met de laptop onder het dekbed.

Nog twee weken en dan ben ik weer een gelukkig mens. Natuurlijk omdat het allemaal heel mooi wordt, maar vooral omdat ik dan weer mijn eigen plek heb. Met een eigen bed waar ik geen pizzaresten, verkruimelde popcorn en koekkruimels die vastplakken aan de gemorste cola tegenkom.