
‘Kan hij er echt niets aan doen?’
‘Hoe kan hij dat nou vergeten?’’
‘Luistert hij wel??’
‘Gaat dit ooit weer over?’
Vragen die ik me de afgelopen dagen vaak gesteld heb. Zoonlief doet vast erg zijn best, maar zijn hoofd werkt niet erg mee. Drie dagen geleden ging hij een dagje uit met school. Eerst schaatsen en daarna zwemmen. ’s Morgens hadden we nog enige discussie over de schaatsen. Hij wilde ze perse meenemen in een plastic tasje. ‘Mam, ik ga echt niet de hele doos meenemen. Dan loop ik hartstikke voor lul.’ ‘Ok, ik snap het, een doos met schaatsen is niet echt cool, maar neem dan een goede tas mee!’ riep ik nog. Zinloos. Zoonlief weet het tegenwoordig beter en ik laat dat dan maar zo.
’s Avonds komt hij thuis met leuke verhalen. ‘O ja, er is wel een dingetje,’ vertelt hij. ‘Ik ben mijn schaats verloren.’ Ik kijk hem verwonderd aan en vraag hoe dit komt. Het antwoord is simpel; de plastic tas was kapotgegaan en de schaats was er waarschijnlijk uitgevallen. Best gek, vond hij, want hij had er niets van gemerkt. Nee, in dat puberende brein speelden zich allerlei andere zaken af die veel belangrijker waren.
Even later zitten we aan tafel. Zoonlief zoekt telefoon en ontdekt nu pas dat zijn andere tas niet meer onder de snelbinder zit. Van zijn fiets afgevallen. Natuurlijk niets van gemerkt. Puberende brein had andere zaken aan zijn hoofd. Gelukkig vindt hij de tas even later terug op het fietspad. Keurig aan een paaltje en alles zit er nog in.
Gisteren; man en ik waren bij vrienden en zoonlief zou alleen thuis eten. Rond een uur of zes toch even gebeld. Geen gehoor, voicemail ingesproken. Na een uurtje is er nog steeds geen reactie. Weer bellen, zinloos natuurlijk. Eenmaal thuisgekomen is het donker. Zoonlief is er niet. Bellen naar zijn vrienden en na het derde telefoontje heb ik hem te pakken. ‘Waarom heb je me niet mobiel gebeld?’ Op mijn antwoord dat ik dat ook gedaan heb, reageert hij quasi laconiek: ‘O, heb ik die dan thuis laten liggen? Nou ja, maakt niet uit. Het is hier lol, ik heb lekker gegeten en nu chillen voor de buis. Ja, ik had natuurlijk ook kunnen bellen, helemaal niet aan gedacht. Sorry! ’Voor ik iets terug kan zeggen, is de verbinding gebroken. Het puberende brein heeft andere dingen aan zijn hoofd.
