
Vrijdag overkwam het me weer. Het gevoel dat we in Nederland wel heel erg vaak in hokjes denken. Dit keer aangewakkerd door mijn toiletbezoek.
Ik was een dagje op congres. Met zo’n 250 andere mensen luisterde ik naar de openingslezing van Leen Zevenbergen. Hij sprak over creativiteit en inspirerende en ondernemende mensen. Met sprankelende voorbeelden en een dosis humor en zelfreflectie. Zijn boodschap was helder; wees creatief, denk vrij en laat je niet in een hokje duwen.
Na drie kwartier was het pauze. Iedereen liep de zaal uit voor een kop koffie en een sanitaire stop. Ook ik. Eenmaal aangekomen bij de damestoiletten schrok ik van de enorm lange rij. Te weinig wc’s en een te klein hokje om handen te wassen, lippen te stiften, haren te kammen en jurken recht te trekken.
Met een jaloerse blik keek ik naar de ingang van de herentoiletten. Geen rij! Ineens hoor ik Zevenbergen weer zeggen: “denk vrij, laat je niet in een hokje duwen”. Goed idee, Zevenbergen, denk ik terwijl ik met een aantal dames de herenhokken binnentreed. Enige verbaasde en geïrriteerde blikken en gelukkig ook een paar begripvolle blikken worden ons toegeworpen. Binnen no time sta ik weer buiten. De rij bij de damestoiletten is nog altijd lang.
Wanneer houden we eens op met toiletten te scheiden voor mannen en vrouwen? Geen verschillende hokjes, maar gewoon een ruimte waar mannen en vrouwen kunnen plassen en poepen. Dan moeten de mannen wel zitten (of wordt de mannelijkheid dan teveel aangetast?) Oké, dan komt er één hok met pisbakken, voor de mannen die staand willen plassen. Maar daar houdt het dan ook mee op. Of ben ik de enige die er zo over denkt?

