zondag 13 december 2009

Mannenwc's en hokjesdenken


Vrijdag overkwam het me weer. Het gevoel dat we in Nederland wel heel erg vaak in hokjes denken. Dit keer aangewakkerd door mijn toiletbezoek.


Ik was een dagje op congres. Met zo’n 250 andere mensen luisterde ik naar de openingslezing van Leen Zevenbergen. Hij sprak over creativiteit en inspirerende en ondernemende mensen. Met sprankelende voorbeelden en een dosis humor en zelfreflectie. Zijn boodschap was helder; wees creatief, denk vrij en laat je niet in een hokje duwen.


Na drie kwartier was het pauze. Iedereen liep de zaal uit voor een kop koffie en een sanitaire stop. Ook ik. Eenmaal aangekomen bij de damestoiletten schrok ik van de enorm lange rij. Te weinig wc’s en een te klein hokje om handen te wassen, lippen te stiften, haren te kammen en jurken recht te trekken.


Met een jaloerse blik keek ik naar de ingang van de herentoiletten. Geen rij! Ineens hoor ik Zevenbergen weer zeggen: “denk vrij, laat je niet in een hokje duwen”. Goed idee, Zevenbergen, denk ik terwijl ik met een aantal dames de herenhokken binnentreed. Enige verbaasde en geïrriteerde blikken en gelukkig ook een paar begripvolle blikken worden ons toegeworpen. Binnen no time sta ik weer buiten. De rij bij de damestoiletten is nog altijd lang.


Wanneer houden we eens op met toiletten te scheiden voor mannen en vrouwen? Geen verschillende hokjes, maar gewoon een ruimte waar mannen en vrouwen kunnen plassen en poepen. Dan moeten de mannen wel zitten (of wordt de mannelijkheid dan teveel aangetast?) Oké, dan komt er één hok met pisbakken, voor de mannen die staand willen plassen. Maar daar houdt het dan ook mee op. Of ben ik de enige die er zo over denkt?

woensdag 9 december 2009

Juffen, meester en de taal


De HBO-raad vindt dat pabo-studenten meer taal en rekenlessen moeten krijgen. Niet zo gek als je bedenkt dat sommige toekomstige leerkrachten maar één uurtje taal per week krijgen. Vanaf volgend jaar moeten de studenten minimaal vijf uur per week zwoegen op persoonsvormen, gezegden, bijvoeglijke naamwoorden, spelling en stijlvormen.


Terecht? Ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat de juffen en meesters van mijn kinderen regelmatig d/t fouten maken. Op het bord én in het rapport. Ook de mails zijn vrijwel nooit foutloos. En dat vind ik wel erg. Hoe lief, leuk, aardig en deskundig de leerkrachten ook zijn. Ik baal er van dat een werkstuk van dochterlief niet gecontroleerd wordt op spel- en stijlfouten. Onlangs sprak ik de juf hier op aan. Haar antwoord was duidelijk en niet voor discussie vatbaar. “Het gaat hier om de inhoud, verder is het niet belangrijk.” Een bevriende tekstschrijver die erbij stond begon spontaan te hyperventileren.


Maar het kan nog erger. Zoonlief zit inmiddels in de brugklas. Na zes weken hadden we een gesprek met de mentor. Ik sprak mijn verbazing uit over de methode Nederlands die wel heel simplistisch leek. Over wanneer je d/t gebruikt, wat de persoonsvorm is en wat het gezegde is. Eenvoudige basisschoolstof. De uitleg van de mentor was onthutsend: “Voor de meeste kinderen is deze stof totaal nieuw. Het spijt me. Ik had het ook graag anders gezien.” Mijn mond viel open, maar ik begrijp nu wat ik toen niet begreep. Met maar een taaluurtje per week krijgen aanstaande juffen en meesters de taal onvoldoende onder de knie.

Prima idee van de HBO-raad om de taallessen op te schroeven. Voordat je voor de klas mag staan, moet je straks eerst een toets maken. Als je zakt, mag je geen lesgeven. Ik voorzie een probleem; er komt de komende jaren een enorm tekort aan juffen en meesters. Daarom zal ik mijn mond houden. Ook al staat er op het bord: Wie versierd de klas en wil slingers ophangen? En ook al schrijft de juf in het rapport: “Ze wilt graag spelen”.

dinsdag 1 december 2009

Bootsgappenleisje


De Nederlandse spelling. Het blijft lastig en het heeft iets weg van een Russisch roulette. Soms gok je goed, soms gok je fout. Is het pannekoek of pannenkoek? Koninginnesoep of koninginnensoep? Zonnenstelsel of zonnestelstel? E-mail of email? En het verkleinwoord van Phone? Is dat phoontje of phoentje? De regels zijn lastig en de onzekerheid neemt toe. Een brief of e-mail zonder spel- en stijlfouten is voor velen een lastige opgave.

Hoe anders is het bij kinderen die leren lezen en schrijven? Die krabbelen de letters en woorden fonetisch op het papier. Ze schrijven wat ze horen of wat ze denken te horen. Dochterlief zit in groep 3 en schrijft er lustig op los. Laatst gingen we boodschappen doen en zij maakte het lijstje:


Bootsgappenleisje:
Friet
tomaaten
fermeselie
kaas
ijs
broot
liemolaade
kofie
tee

Toen ze van de week de handdoek niet op het rekje kreeg, legde ze er een briefje bij ‘ik kanemnitophangen’.

Heerlijk dat ze alles op durft te schrijven. Nog geen weet van al die moeilijke regels. Geen enkele twijfel over de juiste schrijfwijze. Het gaat allemaal vanzelf. En ze is er nog trots op ook! Voor degenen die wel twijfelen over de juiste spelling; kijk eens op woordenlijst.org of taaladviesdienst.nl. Bellen of mailen naar Lef met Letters kan natuurlijk ook altijd!