zondag 13 december 2009

Mannenwc's en hokjesdenken


Vrijdag overkwam het me weer. Het gevoel dat we in Nederland wel heel erg vaak in hokjes denken. Dit keer aangewakkerd door mijn toiletbezoek.


Ik was een dagje op congres. Met zo’n 250 andere mensen luisterde ik naar de openingslezing van Leen Zevenbergen. Hij sprak over creativiteit en inspirerende en ondernemende mensen. Met sprankelende voorbeelden en een dosis humor en zelfreflectie. Zijn boodschap was helder; wees creatief, denk vrij en laat je niet in een hokje duwen.


Na drie kwartier was het pauze. Iedereen liep de zaal uit voor een kop koffie en een sanitaire stop. Ook ik. Eenmaal aangekomen bij de damestoiletten schrok ik van de enorm lange rij. Te weinig wc’s en een te klein hokje om handen te wassen, lippen te stiften, haren te kammen en jurken recht te trekken.


Met een jaloerse blik keek ik naar de ingang van de herentoiletten. Geen rij! Ineens hoor ik Zevenbergen weer zeggen: “denk vrij, laat je niet in een hokje duwen”. Goed idee, Zevenbergen, denk ik terwijl ik met een aantal dames de herenhokken binnentreed. Enige verbaasde en geïrriteerde blikken en gelukkig ook een paar begripvolle blikken worden ons toegeworpen. Binnen no time sta ik weer buiten. De rij bij de damestoiletten is nog altijd lang.


Wanneer houden we eens op met toiletten te scheiden voor mannen en vrouwen? Geen verschillende hokjes, maar gewoon een ruimte waar mannen en vrouwen kunnen plassen en poepen. Dan moeten de mannen wel zitten (of wordt de mannelijkheid dan teveel aangetast?) Oké, dan komt er één hok met pisbakken, voor de mannen die staand willen plassen. Maar daar houdt het dan ook mee op. Of ben ik de enige die er zo over denkt?

woensdag 9 december 2009

Juffen, meester en de taal


De HBO-raad vindt dat pabo-studenten meer taal en rekenlessen moeten krijgen. Niet zo gek als je bedenkt dat sommige toekomstige leerkrachten maar één uurtje taal per week krijgen. Vanaf volgend jaar moeten de studenten minimaal vijf uur per week zwoegen op persoonsvormen, gezegden, bijvoeglijke naamwoorden, spelling en stijlvormen.


Terecht? Ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat de juffen en meesters van mijn kinderen regelmatig d/t fouten maken. Op het bord én in het rapport. Ook de mails zijn vrijwel nooit foutloos. En dat vind ik wel erg. Hoe lief, leuk, aardig en deskundig de leerkrachten ook zijn. Ik baal er van dat een werkstuk van dochterlief niet gecontroleerd wordt op spel- en stijlfouten. Onlangs sprak ik de juf hier op aan. Haar antwoord was duidelijk en niet voor discussie vatbaar. “Het gaat hier om de inhoud, verder is het niet belangrijk.” Een bevriende tekstschrijver die erbij stond begon spontaan te hyperventileren.


Maar het kan nog erger. Zoonlief zit inmiddels in de brugklas. Na zes weken hadden we een gesprek met de mentor. Ik sprak mijn verbazing uit over de methode Nederlands die wel heel simplistisch leek. Over wanneer je d/t gebruikt, wat de persoonsvorm is en wat het gezegde is. Eenvoudige basisschoolstof. De uitleg van de mentor was onthutsend: “Voor de meeste kinderen is deze stof totaal nieuw. Het spijt me. Ik had het ook graag anders gezien.” Mijn mond viel open, maar ik begrijp nu wat ik toen niet begreep. Met maar een taaluurtje per week krijgen aanstaande juffen en meesters de taal onvoldoende onder de knie.

Prima idee van de HBO-raad om de taallessen op te schroeven. Voordat je voor de klas mag staan, moet je straks eerst een toets maken. Als je zakt, mag je geen lesgeven. Ik voorzie een probleem; er komt de komende jaren een enorm tekort aan juffen en meesters. Daarom zal ik mijn mond houden. Ook al staat er op het bord: Wie versierd de klas en wil slingers ophangen? En ook al schrijft de juf in het rapport: “Ze wilt graag spelen”.

dinsdag 1 december 2009

Bootsgappenleisje


De Nederlandse spelling. Het blijft lastig en het heeft iets weg van een Russisch roulette. Soms gok je goed, soms gok je fout. Is het pannekoek of pannenkoek? Koninginnesoep of koninginnensoep? Zonnenstelsel of zonnestelstel? E-mail of email? En het verkleinwoord van Phone? Is dat phoontje of phoentje? De regels zijn lastig en de onzekerheid neemt toe. Een brief of e-mail zonder spel- en stijlfouten is voor velen een lastige opgave.

Hoe anders is het bij kinderen die leren lezen en schrijven? Die krabbelen de letters en woorden fonetisch op het papier. Ze schrijven wat ze horen of wat ze denken te horen. Dochterlief zit in groep 3 en schrijft er lustig op los. Laatst gingen we boodschappen doen en zij maakte het lijstje:


Bootsgappenleisje:
Friet
tomaaten
fermeselie
kaas
ijs
broot
liemolaade
kofie
tee

Toen ze van de week de handdoek niet op het rekje kreeg, legde ze er een briefje bij ‘ik kanemnitophangen’.

Heerlijk dat ze alles op durft te schrijven. Nog geen weet van al die moeilijke regels. Geen enkele twijfel over de juiste schrijfwijze. Het gaat allemaal vanzelf. En ze is er nog trots op ook! Voor degenen die wel twijfelen over de juiste spelling; kijk eens op woordenlijst.org of taaladviesdienst.nl. Bellen of mailen naar Lef met Letters kan natuurlijk ook altijd!

woensdag 25 november 2009

Verleiden met woorden


Ik heb een eigen onderneming. En daar ben ik supertrots op. Tekst- en redactiebureau Lef met Letters verleidt met woorden en schrijft teksten die lekker lezen. Met heldere boodschappen die de lezer begrijpt. Van dit bureau mag ik me eigenaar noemen. Of entrepeneur, zoals sommige ondernemers zich noemen. Klinkt direct veel chiquer. Wat een groot verschil met de woorden die meestal gebruikt worden. Ik heb geen personeel en dus noemen ze me een ‘eenpitter’ of een zelfstandige zonder personeel’. In het gunstigste geval heb ik een eenmanszaak. Zielige termen die erg sneu klinken.


De woorden roepen associaties op van iemand die lekker de hele dag op zijn zolderkamertje zit te freewheelen, kinderen uit school haalt, de was doet en tussendoor een opdrachtje afmaakt. En heel soms verstuurt hij of zij nog eens een factuurtje. Maar de business serieus nemen?


Hoe anders is de werkelijkheid? De meeste ondernemers hebben visie, passie en overtuiging. Ze starten een onderneming omdat ze experts zijn op hun gebied en hun deskundigheid graag willen delen. Natuurlijk willen ze ook veel geld verdienen en zullen ze er alles aan doen om de beste in hun vakgebied te blijven.

Jeroen van der Schenk, een succesvolle ondernemer, sprak gisteren tijdens een evenement van de Kamer van Koophandel Midden Nederland het verlossende woord. Ook hij haatte de term zelfstandige zonder personeel en sprak over zelfstandige professionals. Hij sloeg de spijker op zijn kop! Heerlijk, dit is wat ik ben; geen zielige zelfstandige maar een zelfstandige professional. Dat ik daar niet zelf op gekomen ben! De term zelfstandige professional bewijst maar weer eens hoe woorden kunnen verleiden. Want zeg eens eerlijk, met wie heb doe jij liever business?

woensdag 18 november 2009

Over etiquette en lekker likken


Vorige week was ik bij de jaarafsluiting van het IKH, een netwerk voor Houtense ondernemers. Het beloofde een interessante middag te worden over etiquetteleer. De locatie was in ieder geval passend; huis Rhijnauwen, idyllisch gelegen aan de Kromme Rijn.

Eenmaal binnen bekruipt me het gevoel dat ik hier niet helemaal op mijn plek ben. Ik zie veel heren in zwarte pakken. De vrouwen zien er iets frivoler uit. Met mijn spijkerjasje, korte jurkje, dikke maillot en vintage laarzen val ik erg uit de toon. Nieuwsgierig neem ik plaats en wacht op wat komen gaat.

Een man en een vrouw spelen een spel over de do’s en dont’s van etiquette. Etiquetteregels zijn er om gasten op hun gemak te stellen, zo leggen ze uit. Vervolgens krijgen we enorm veel voorbeelden voorgeschoteld. Aan het einde van de workshop ben ik het meeste al vergeten. Moet ik links of rechts van een man gaan zitten? Is het pak of kostuum? Wanneer laat ik iemand voorgaan? Wat ik wel onthoud is dat ik nooit als eerste de trap op moet lopen. Omdat de heren misschien wel onder mijn rok willen kijken! En laarzen met hoge hakken onder een kort jurkje zijn ‘not done’ (mijn dagelijkse outfit).

Na de introductie gaan we zelf aan de slag. We krijgen een menu en moeten op de juiste wijze vorken, messen, lepels, kommetjes, glazen en borden neerleggen. Samen met een fotograaf doe ik erg mijn best, maar we komen er niet uit. Op het menu staan o.a. gamba’s, tonijn met timbaaltjes van rijst en een chique ijscoupe met onbekende ingrediënten. Terwijl we druk met vorken en messen schuiven, krijg ik een sms’je: ‘Gefeliciteerd met je verjaardag. Kids hebben een verrassing voor je. Eten bij de McDonald’s. Kom je snel?’ Ik laat alle etiquette achter me. Zeg netjes de gastvrouw en gastheer gedag en sprint naar mijn auto. Eenmaal bij de McDonald’s eten we ongegeneerd met onze handen. IJs als toetje. Lekker likken. Nooit geweten dat McDonald’s zo leuk kan zijn.

dinsdag 10 november 2009

De kaasfluisteraar


Gisterenavond was de jaarvergadering van de ZZP-Houten. Een handjevol eenpitters was hier op afgekomen. Nadat het bestuur haar verantwoording had afgelegd was het tijd voor een kaasproeverij. Een kaasproeverij? Ik had er nog nooit van gehoord maar in Amsterdam zit een kaasproeflokaal, vlakbij het Anne Frankhuis. Ron Pieters, erkend kaasproever, was speciaal naar Houten gekomen om ons de fijne kneepjes van het proeven te leren. Dat was bijzonder. En leerzaam. De kazen kwamen allemaal uit een oud pakhuis in Woerden. Daar maakt Reypenaer op een natuurlijke traditionele manier lekkere Hollandse kazen.

Vol enthousiasme vertelde hij over het proces van kaasmaken. Van het ventileren van de ruimten tot het wekelijks oppoetsen van de kazen. Dat laatste gebeurt met de hand en is voorbehouden aan de kaasfluisteraar. Een bijzonder belangrijk persoon die de kazen draait, oppoetst, klopt en luistert naar de kaas. Hij moet er uiteindelijk voor zorgen dat de complexe smaak, aroma’s en geuren goed op elkaar afgestemd worden.

Ik word steeds nieuwsgieriger naar de smaak. Dit zijn niet zomaar een paar kazen. Het gaat hier om exclusieve kazen die goedgekeurd zijn door de kaasfluisteraar. Kazen waar naar geluisterd wordt. Kazen die laten weten dat ze nog niet klaar zijn om opgegeten te worden. Kazen die nog niet genoeg geur afgeven of kazen die nog geen afscheid van hun kaasvrienden willen nemen. Kazen die pas van de plank gaan als ze fluisteren: ‘Ja, ik wil nu een mond in, ik wil dat mensen mij ruiken en proeven’. En dat de kaasfluisteraar dan zegt: ‘Dat is goed, kaas. Kom, ik neem je mee. Je tijd is gekomen.’

Die kazen liggen nu voor mijn neus. Ik kan niet wachten. Voor me staat Le Guillotin. Een messcherp apparaat! Speciaal om dunne plakken van de kaas af te snijden. Ik haal het heft omhoog en zet het in een perenwitte geitenkaas. Het heft doorklieft bijna de kaas en ineens moet ik aan de kaas denken. Zou de kaas het nu uitgillen? Zou ‘ie pijn hebben? Het voelt toch een beetje als moord. Heel even maar. Gelukkig ben ik geen kaasfluisteraar en hoor ik geen gekreun van de kaas. Wel proef ik de zachte en, volgens de kaasproever, zwoele smaak van deze Chèvre.

Na zes kazen, diverse wijnen en een port ben ik de kaasfluisteraar eeuwig dankbaar. Dat je met fluisteren zulke heerlijke kazen krijgt!

dinsdag 3 november 2009

Over dankgebruik en andere typefouten


Elton John ligt in het ziekenhuis met ernstige griepverschijnselen, lees ik in de Spits. Geen wereldschokkend nieuws, tenzij je sir voor je naam hebt staan. Want er is iets bijzonders met deze sir. Zijn gezondheid heeft al vaker een knauw gekregen. Volgens de krant komt dat door ‘veelvuldig dank- en drugsgebruik’. Gelukkig is hij daar, volgens de krant, al twintig jaar geleden mee gestopt. Was Elton John gelovig en zou hij al twee decennia niet meer danken? Misschien niet, maar daar gaat het hier niet om. De auteur van dit stukje wilde even het drankgebruik van Elton John aanhalen. Maar er viel een letter weg.


Dit gebeurt wel vaker en de gevolgen zijn soms hilarisch. Een onbedoelde typefout kan ineens een onverwachte wending geven aan de oorspronkelijke betekenis. Of een heel andere associatie oproepen.

Misschien was het wel zijn advizeur die dit bericht schreef. Gelukkig heeft Elton John nog geen eigen partij, anders had het de fractielijder nog kunnen zijn die deze verpreking uitsprak. De tijd drinkt en paparazzi verdrinken zich bij de drankhekken van het ziekenhuis om te achterhalen wat er nu echt met de beroemde zeur aan de hand is.

Typefouten zijn soms grappig, versprekingen kunnen vermakelijk zijn, maar o wee als je zelf eens de mist in gaat. Dan baal je behoorlijk. Het overkwam mij zondagochtend. Ik wilde even snel een berichtje de wereld insturen en drukte snel op de verzendknop. Te snel, want te laat zag ik een joekel van een fout. Wat te doen? Laten staan en me realiseren dat iedereen me wel erg suffig vind? Ik schrijf teksten, redigeer het ene naar het andere stuk en kan, zo blijkt nu, zelf ook niet foutloos typen. Dan maar gewoon eerlijk toegeven. En dus stuurde ik er een mailtje achteraan. Met mijn oprechte excuses dat ik zo’n domme fout had gemaakt. Ik verwachtte heel wat reacties terug, maar nee hoor. Blijkbaar is het niemand opgevallen. ‘d-t’fouten zijn misschien niet zo zichtbaar als echte typefouten. Terwijl juist die eerste vaak in veelfout gemaakt worden.

maandag 26 oktober 2009

Help! Zoonlief zit in de brugklas


Sinds dit schooljaar zit onze zoon in de brugklas. Een hele verandering. Geen tijd meer om ’s middags lekker te ravotten op het veld. En al helemaal geen tijd om lekker met je vrienden te keten. Het is allemaal verleden tijd. Er moet namelijk gewerkt worden. Huiswerk maken, toetsen voorbereiden, boeken lezen en verslagen maken. Hij heeft het er enorm druk mee. En wij ook. Je wilt je kind ten slotte goed begeleiden. Maar hoe kun je huiswerk overhoren als zoonlief niet zo goed weet welk huiswerk hij heeft?

Het is namelijk heel lastig om een agenda goed in te vullen. Een bijna onmogelijke taak. En dus komt het regelmatig voor dat zoonlief iets vergeet op te schrijven. Met tamelijk desastreuze gevolgen. Blijkt hij ineens een proefwerk te hebben. En hij wist van niks. Echt niet! Of hij schrijft het wel op, maar dan blijkt de proeftoets ineens een echte toets te zijn. Of hij schrijft het wel op maar het staat ineens op de verkeerde week. Blijkt dat ‘ie het verslag niet volgende week maar vandaag in moet leveren.

Als ouder kun je er wanhopig van worden. Zoonlief tilt er allemaal niet zo zwaar aan. ‘Het komt allemaal wel goed mam’, zegt hij geruststellend. ‘Tuurlijk’, denk ik, maar ik heb zo mijn twijfels. En die worden lekker gevoed door de Trouw. Deze krant kopte afgelopen zaterdag op de voorpagina ‘Overstap naar brugklas nekt veel jongens’. Uit onderzoek blijkt dat jongens het in de brugklas veel zwaarder hebben dan meisjes. Ze kunnen de zelfstandigheid niet aan en missen de structuur van de basisschool. Daar zouden verschillende redenen voor zijn. Een is gelegen in de opvoeding. We schijnen meisjes nog steeds braver op te voeden dan jongens. Een andere reden is de ontwikkelingsverschillen tussen jongens en meiden van een jaar of twaalf. Het zijn niet alleen de lichamelijke verschillen tussen ‘opgeschoten meiden en miezerige jongens’. Ook hun hersenontwikkeling verloopt anders.

Eigenlijk doet zoonlief het hartstikke goed, bedenk ik me ineens. Hij is, op zijn manier, serieus met zijn huiswerk bezig. En het gaat steeds beter. Laatst kwam hij vol trots zijn huiswerk laten zien. Had íe alles al in de les gedaan. Het komt inderdaad wel goed met deze jongen. Nu alleen zijn etui met stickie en opdrachten nog terug zien te vinden…………..

dinsdag 20 oktober 2009

Saunataal


Gisterenavond zat ik in de sauna. Op de website werd de sauna ‘het paradijs’ genoemd. Een plek die ‘kleur aan je leven geeft’. Laat ik daar nou gevoelig voor zijn. Ik wil wel zweten, afkoelen, zweten, afkoelen en nog meer zweten en afkoelen in een paradijs. Terwijl ik paradijselijk aan het zweten was, viel het me opeens op. Saunaliefhebbers hebben een eigen taal.

Het begon bij de opgieting. Een echte saunameester komt met een emmertje water en etherische oliën binnen en giet deze over de hete kolen. De luchtvochtigheid neemt in snel tempo toe terwijl de temperatuur daalt. Het zweten begint. Maar nog onvoldoende. Het kan beter. De saunameester gaat afdraaien. Hij staat bij de gloeiende kolen en laat zijn handdoek snel boven zijn hoofd draaien zodat de luchtvochtigheid enorm toeneemt. En de hitte ook, want ik krijg het behoorlijk warm. Even later begint het helicopteren of wapperen. De saunameester gaat de sauna rond en wappert met zijn handdoek door de hele ruimte. En om de saunagasten ook even persoonlijke aandacht te geven volgt er nog een ultiem momentje; de persoonlijke wapper! Ook ik krijg er één. De saunameester staat voor me, houdt zijn handdoek stevig vast, gooit zijn armen achter in zijn nek en slaat dan keihard de handdoek naar beneden. Gevolg; ik voel een enorme hitte, even lijkt het of ik in brand sta, maar dan is het alweer voorbij. Het volgende emmertje wordt op de kolen leeggestort en het hele ritueel herhaalt zich nog drie keer. Telkens met een andere geur.


Na afloop ga ik buiten afkoelen en letterlijk stoom afblazen. Volgens onze saunameester was dit ‘een echt stukje saunagevoel’. Om ons verhitte lijf weer in normale conditie te krijgen, moeten we ‘nog een stukje afkoelen’. Ik ben benieuwd, tot hoever mag je afkoelen? Voeten wel, bovenbenen niet, of benen wel maar armen niet? Het valt mee; ik mag naar de persoonlijke afkoelslang. Een gewone tuinslang, maar wel bediend door de saunameester die mij persoonlijk natspuit met ijskoud water.


Heerlijk zo’n nieuwe taal; opgieten, afdraaien en een persoonlijke wapper. Ik kon er geen genoeg van krijgen en besloot twee uur later opnieuw naar de opgieting te gaan. Ondertussen was ik nog even in de ijskamer geweest om mijn lichaam met ijssnippers te pijnigen en had ik een stortemmer over me heen gegooid. Inderdaad; de sauna is een paradijs voor nieuw taalgebruik.

dinsdag 13 oktober 2009

Bijzondere ontmoeting


Soms zijn er momenten dat je tijdens een gesprek boos, ontroerd en verward raakt. En dat allemaal tegelijkertijd. Ik had het gisteren. Tijdens een lunch met een opdrachtgever. We hebben samen een prachtige brochure gemaakt over inclusie. Inclusie? Ja, had ik ook nog nooit van gehoord. Gaat erom dat iedereen recht heeft op hetzelfde onderwijs, binnen hetzelfde systeem. Kort gezegd; alle kinderen met een verstandelijke of lichamelijke beperking moeten naar het reguliere onderwijs kunnen. Een prachtig streven waar heel veel haken en ogen aan zitten. Onze brochure ‘De droom van Down’, over kinderen met een downsyndroom is naar alle basisscholen gestuurd en kreeg veel media-aandacht, o.a in Trouw. En veel positieve reacties uit het onderwijsveld. Vandaar dat de opdrachtgever nu materialen wil ontwikkelen voor het voortgezet onderwijs.


Insteek van de lunch was brainstormen over mogelijke middelen. Alles werd besproken; van filmpjes tot lezingen en van doe-opdrachten tot discussievragen. Nog steeds niets aan de hand. Behalve dan dat het gezelschap, voor mij in ieder geval, buitengewoon bijzonder was. Ik was in discussie met een vrouw die vastgebonden in de rolstoel zat, bijna niet kon praten en zichzelf regelmatig verwond. Naast haar zat een jongen, ook in een rolstoel. Hij had een hersenbeschadiging en was erg adrem en geestig. Verder was er nog een meisje en een meneer, beiden met een verstandelijke beperking.


Zij waren, met hun begeleiders, ook voor de lunch uitgenodigd. En zij lieten ons zien dat ze allemaal een bijzondere kwaliteit hadden. Gedrevenheid, doorzettingsvermogen, humor en intelligentie. Het was er allemaal. Maar waarom was ik dan zo verward en boos? Omdat ik niet op deze lunch voorbereid was. Omdat ik me ongemakkelijk voelde. Omdat ik zelf ook heel snel een vooroordeel heb tegen mensen die gehandicapt zijn en die hun lunch niet normaal kunnen nuttigen. Volstrekt onzinnig natuurlijk, maar ja, ik heb in mijn dagelijkse leven niets met mensen met een beperking te maken. Ik ben het simpelweg niet gewend.

De ontroering en bewondering was er voor de begeleiders, de gehandicapten en de opdrachtgever die niet opgeven, die doorgaan en hopen dat hun droom ooit werkelijkheid zal worden.

maandag 5 oktober 2009

Wanhopige netwerkers


Afgelopen donderdag was het feest in de Expo Houten. Daar werd de eerste Houtense Ondernemers- dag gehouden. Misschien voor u als lezer niet zo spannend, maar voor honderden ondernemers in Houten wel. Er konden namelijk prijzen verdiend worden. Rondom die prijzen moest er natuurlijk een aardig en interessant programma komen. En dus konden de deelnemers van de dag kiezen uit twee workshops, zagen ze een hilarische operasketch en konden ze actief netwerken op een beursplein. Een simpel concept, met maximaal effect.

Want genetwerkt werd er! Ik stond erbij en keek ernaar. Hoe verschillend zijn mensen. Er zijn er die bijna op je afstormen, wanhopig op zoek naar nieuwe contacten (zeg maar gerust; nieuwe opdrachten). Ze kijken je smekend aan. Drukken je direct hun visitekaartje in de hand en vertellen hijgend hoe ontzettend goed ze wel niet zijn. Ondertussen zie je die ogen schichtig heen en weer kijken. Want stel nou dat de burgemeester langskomt, of die ondernemer met zijn miljoenenbedrijf. Die willen ze natuurlijk wel even spreken.

Eerlijk gezegd heb ik helemaal geen zin in dit soort mensen. Hopeloze gevallen zijn het. Gelukkig is er ook nog die andere netwerker; de oprecht geïnteresseerde. Niet iemand die met zijn ogen heen en weer raast, maar iemand die gewoon tijd neemt om te ontdekken wat je voor elkaar kunt betekenen op businessgebied. Want misschien kun je even niet zoveel met deze persoon, daarachter zit altijd weer een netwerk dat wellicht interessant kan zijn. Kennismaken, proberen elkaars vertrouwen te winnen, rustig aftasten en ontdekken waar de win-win situatie zou kunnen liggen. Op welk vlak zou je iets voor elkaar kunnen betekenen? En uiteindelijk volgt er misschien wel een afspraak voor een nadere kennismaking. Dit zijn de waardevolle gesprekken die van je dag een succes kunnen maken. Deze visitekaartjes koester ik. En die anderen? Die gooi ik direct in de prullenbak. Ik wil namelijk geen herinneringen aan zwetende zenuwachtige mannen of vrouwen die hopeloos op zoek zijn naar werk.

maandag 28 september 2009

Spannende snoepjes


Donderdag is de eerste Houtense Ondernemers- dag. Samen met een aantal mensen van de gemeente, Kamer van Koophandel en ondernemers- verenigingen zit ik in de voorbereidings- groep. Na een half jaar hard werken moet het donderdag gaan knallen. De ingrediënten zijn er; inspirerende workshops, enthousiaste sprekers, een leuke act, prijzen voor de beste ondernemer en het ondernemerstalent uit Houten en natuurlijk alle gelegenheid om te netwerken. Een geweldige kans om je bedrijf te promoten. Er is één maar: ik heb geen budget om het evenement te sponsoren. En toch wil ik dat al die Houtense ondernemers straks nog een keer aan me denken. Dat ze in ieder geval van het bestaan van Lef met Letters weten. Ik moet dus iets verzinnen wat attentiewaarde heeft. Maar wat? Ik sprak mezelf streng toe: “Wees creatief Tree. Verzin iets. Kijk wat anderen doen en doe er je voordeel mee”.

Wat blijkt? De mogelijkheden zijn er in overvloed; petjes, paraplu’s en pennen, bureaulampjes en blocnotes, flyers en folders met pakkende teksten of een leuke aanbieding. Genoeg ideeën. Maar zijn ze ook leuk en bruikbaar voor mij? Nee, eigenlijk niet. Want wat is de overeenkomst tussen een paraplu en Lef met Letters? En wat voor een attentiewaarde heeft een flyertje? Oké, blocnootjes, pennen en bureaulampjes komen meer in de richting. Maar het is allemaal zo saai. Ik wil iets anders, iets wat past, iets wat klopt en waar de Houtense ondernemer ’s avonds nog even om moet glimlachen. Geen idee wat het moet worden. Totdat ik in de supermarkt de chocoladeletters zie liggen. Dat is het! Een doosje met chocoladeletters! En omdat ik lef met letters heb stop ik in het doosje ook hartjes met teksten als; ‘sms me’,’bel me’,’ kus’ en ’geluk’.

Afgelopen dagen vulde ik met dochterlief 250 bonbondoosjes. Letters, hartjes en visitekaartjes erin, afplakken en klaar is kees. Nu maar hopen dat donderdag al die Houtense ondernemers van snoepen houden en de hint begrijpen. Wie gaat er sms’en? Wie belt me? Wie geeft me een kus? Ik ben benieuwd. Ik zal alleen nooit weten welke ondernemer het hartje met ‘fax me’ opat, domweg omdat ik dat apparaat niet heb.

zondag 20 september 2009

Netwerken


Je bent ondernemer. Je neemt jezelf serieus en dus ben je aangesloten bij een netwerkvereniging. Schijnt goed te zijn voor je contacten. Een paar maanden geleden trok ik de stoute schoenen aan en werd lid van de Houtense ondernemersvereniging. Eens in de maand een bijeenkomst, een babbeltje hier, een borreltje daar en netwerken maar. Je schijnt het niet aan me te zien, maar ik vind het lastig. Al die onbekende mensen die je aanspreken. Niets voor mij. Regelmatig denk ik: “Wat doe ik hier in godsnaam?” Maar ik geef niet op en eerlijk is eerlijk; het is elke keer leuker. Ik herken mensen, ik groet ze en maak op ontspannen wijze een praatje.


Het aardige is dat de bijeenkomsten soms bij leden georganiseerd worden. Mag je zomaar een kijkje in de keuken van een ander nemen. Afgelopen donderdag waren we te gast bij Jongerius, beroemd opkweker van allerlei groente- en fruitzaden. Aan de Utrechtseweg in Houten heeft hij maar liefst 14 hectare met glazen huizen. In al die kassen staan duizenden plantjes met vaak exotische namen. Eigenaar Nico sprak gepassioneerd over het familiebedrijf en gaf vol trots een rondleiding. Om enge ziektes uit de kassen te weren, moesten we allemaal door de reinigingsmachine om daarna, uitgedost als witte teletubbie de kassen in te mogen. Nico vertelde over de groei van zijn bedrijf; automatisering, milieumaatregelen en expansiedrift naar Europa. Hij heeft het allemaal meegemaakt. Na afloop vroeg een ondernemer wat ik van de bijeenkomst vond. Ik vond het fascinerend en riep vol enthousiasme: “Nog een keertje! Nog een keertje!”

dinsdag 15 september 2009

Echte buren


Zaterdag is het burendag. Met een beetje geluk hangt je buurt vol met
slingers, zijn er allemaal leuke spelletjes en heb je aan het einde
van de dag een gezellige buurtknoei met verbrande worstjes. Prima
initiatief van Douwe Egberts en het Oranje Fonds. Leer je de buren
eens wat beter kennen. Altijd handig; kun je de babyfoon eens van
elkaar overnemen, boodschapje doen als de oude buurvrouw ziek is of
elkaar gewoon even gedag zeggen. Want er zijn buurten in Nederland
waar de buren elkaar niet kennen. Dan is het altijd maar weer de vraag
wat je aan ze hebt.
Zo niet in de Rotterdamse wijk Charlois. Afgelopen
zondag ontstond er brand in een woning op de tweede verdieping. De
vrouw des huizes had inmiddels haar kinderen van bed gelicht en stond
voor het raam. Er was nog maar één mogelijkheid om te ontsnappen.
Springen. Van vijf meter hoogte. Maar ja, dat overleef je niet.
Godzijdank had ze goede buren. Die hadden de brand gezien, haar
schreeuw om hulp gehoord en haalden direct het matras en het dekbed
van hun eigen bed. Het dekbed werd met vier man vastgehouden en diende
als opvangnetje. En toen gooide moeders heldhaftig haar kinderen uit
het raam. Expres, om haar kinderen te redden. Wat een heldin! En wat
een geweldige buren die direct in actie komen. Zij verdienen de
hoofdprijs van Burendag 2009!

dinsdag 8 september 2009

Dat is pas Lef!


Je bent veertig en begint een eigen bedrijf. Zoals zoveel anderen. Je schrijft teksten, redigeert en begeleidt projecten. En daar zoek je dan een goede naam bij. Eentje die bij je past en die ook nog lekker bekt. Maar ook een naam die er nog niet is. Een helse zoektocht omdat alle leuke, lekkere en goede namen al lijken te bestaan. Ik wil iets met lef en opeens roept manlief vanuit de keuken; “Wel lef hé om iets met letters te gaan doen”. Dank je schat, de naam is geboren; Lef met Letters. Het voelt goed, het is toch ook best spannend om na een lange loopbaan bij diverse werkgevers voor jezelf te beginnen. Geen pensioenopbouw meer, geen werk, geen inkomen maar wel drie kinderen waar je goed voor wilt zorgen. Lef dus en doorzettingsvermogen. Zo voelt dat voor mij nog steeds.

Totdat ik gisterenavond naar het Journaal keek. De sudanese journaliste Lubna Hussein gaat de gevangenis in omdat ze in het openbaar een broek droeg. De rechtbank veroordeelde de vrouw tot een boete van zo’n 150 euro, of een celstraf van een maand. Eigenlijk had Hussein, net als de andere vrouwen die ook een broek droegen, veertig zweepslagen moeten hebben. Maar Hussein werkte bij de Verenigde Naties en dan ben je onschendbaar. Hussein kon dus helemaal geen straf krijgen. Maar Hussein heeft lef. Heel veel lef! Ze wil gewoon een broek dragen en wil hier ook voor vechten. Dus nam ze ontslag. En nu heeft de rechter besloten tot een geldboete of een maand gevangenisstraf. Hussein maakt een statement en kiest ervoor om haar celstraf uit te zitten. Wat een lef om je eigen leven zo in de strijd te gooien voor een hoger doel. Mijn lef valt daarbij in het niet!