vrijdag 28 januari 2011

Winterzon maakt vrolijk


Dit jaar hangt er op onze wc een scheurkalender. Met gedichten. Voor iedere dag één. Treurige, onbegrijpelijke, saaie, mooie, ontroerende of humoristische gedichten. De wc blijkt een uitstekende plek om af en toe een gedicht te lezen. Ook andere bezoekers van het kleine kamertje waarderen de kalender. Regelmatig hoor je iemand hardop lachen of komt er iemand vertwijfeld naar buiten. Soms blijft de deur langer op slot dan noodzakelijk. Dan zit iemand rustig na te genieten of te piekeren over de betekenis van de woorden.

Afgelopen dagen was het er niet van gekomen de blaadjes af te scheuren. En dus las ik vanochtend pas het gedicht dat voor 26 januari bedoeld was. Ik las het volgende gedicht van R. Cray:

‘Als legde een dode een arm om je schouder: winterzon’

Een toepasselijke tekst want de winterzon schijnt vandaag volop. Toeval dat ik het vandaag pas lees? Geen idee, maar sinds ik deze woorden gelezen heb, voel ik me zo blij. Terwijl ik vanochtend in de sportschool zat, brak het zonnetje door. Even leek het of ik aangeraakt werd door iemand. Ik draaide me om, maar er was niemand. Na het sporten stapte ik onder de douche en weer kwam de zon me gedag zeggen. Nu met een prachtige regenboog. Ik keek om heen, niemand die het zag. ‘De winterzon’, schoot het door me heen en ik voelde me intens gelukkig en vrolijk worden!

maandag 17 januari 2011

Glamperen


Kamperen is hot. Vooral bij de boer of op kleine natuurcamping. Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg is het motto van veel kampeerders. Dat de tent af en toe lekt, wegwaait of dat er een riviertje in je tent stroomt omdat het ineens noodweer is. Voor echte kampeerders geen probleem. Die lopen fluitend met de toiletrol naar de wc. Of naar een bosje omdat de pot wel heel smerig is en de geur niet te harden. In de rij staan en wachten tot de douche vrij is. Geen kampeerder die er over klaagt. Ze wachten rustig, maken een praatje en wisselen ervaringen uit. Dat de kleren van de kinderen na een dag al onder de modder zit en niet meer schoon zijn te krijgen, een kniesoor die daar op let. Slapen op een dun matrasje met enorme rugpijnen? Het hoort er allebei bij. We zijn buiten, snuiven frisse lucht en het is vakantie. Dat is wat echte kampeerders willen. Tenminste, dat dacht ik.

Sinds gisteren weet ik beter. Voortaan slaap ik in een luxe lodge of safaritent. Voorzien van climate control, een bad op gouden pootjes, eigen toilet, een kroonluchter, desginkeuken, hemelbedden en een houtgestookte hottub. Dit nieuwe kamperen heet glamperen. Glamorous kamperen. Met een beetje mazzel heb je zelfs roomservice.

Nooit meer bijtende insecten, dikke muggenbulten, modderige campingplekken en stinkende wc’s. Gewoon op mijn hoge hakken, strakke rokje met kekke shirt en behangen vol sieraden over de camping lopen. Zelfs mijn bubbles blijven koel dankzij de nieuwste parasol!

Een nadeel. Dit divagedrag kan thuis op geen enkele steun rekenen. En dus zie je mij volgend jaar weer gewoon in mijn tentje liggen. Op een luchtbedje en een vochtige slaapzak. Overdag driftig op zoek naar een schaduwplekje. Voor mezelf maar vooral voor mijn biertje en bubbels.

woensdag 5 januari 2011

Bazen, pispotten en dope


Taalvervuiling. De Nederlandse taal dreigt ten onder te gaan. Of op zijn minst te verengelsen. Maar hoe Nederlands zijn onze woorden eigenlijk? Jaren geleden kocht ik het boek ‘Koffie, kaffer en katoen’. Een heerlijk boek vol Nederlandse woorden die we gejat hebben van de Arabische taal. Leenwoorden heten ze officieel. Omdat ze niet van onszelf zijn. Gek eigenlijk want lenen verondersteld dat je het op den duur ook weer teruggeeft. En dat je dan zelf niets meer hebt. Maar wat moeten we zonder suiker, soda, koffie, tarieven en vooral caravans? En een leven zonder gitaren, fanfares, elixers en alcohol lijkt onmogelijk. Alleen de razzia, die mag terug.

Lenen we dan alleen maar? Nee, we geven ook woorden aan andere landen. Dat is onderzocht en het meest geleende woord uit de Nederlandse taal is ‘baas’. Zouden we zo'n bazig volkje zijn? Best irritant. Aan de andere kant, ons woord ‘geluk’ wordt ook heel vaak geleend. En pispot. In het Indonesisch kreeg dit een nieuwe betekenis, namelijk olie verversen. Even pispotten bij de garage dus.

Soms krijgen we woorden weer terug. Zoals ‘dope’. De Amerikanen namen dit woord lang geleden over. Het ging toen nog over een sausje om aardappels in te dopen. Later werd het een dik mengsel en nog weer later een verdovend middel. En toen kregen we het weer terug. Enigszins vervuild, dat wel.

dinsdag 4 januari 2011

Praktisch groen op de deurmat


Drie weken geleden belde een vriendin. Ze zocht met spoed mensen die voor een reclameuiting op de foto wilden. Vanwege het slechte weer dreigde er niemand meer te komen en dus was haar hoop gevestigd op een aantal vriendinnen. Of ik nog mensen wist. En of ik ook op de foto wilde: “Je leeft toch zo duurzaam? Echt perfect, want dan kun je gelijk iets over verantwoord eten zeggen. Joh, je doet toch wel mee? Is hartstikke leuk! ”

“Maar ik ben helemaal niet zo duurzaam.”

“Je bent toch vegetariër?”

“Jawel, maar ook verslaafd aan filet americain.”

“Je eet toch biologisch en seizoensgebonden fruit?”

“Dat probeer ik, maar lukt vaker niet dan wel.”

“En afvalscheiden dan?”

“Pffff, dat vind ik zo’n gedoe. Mijn tuin is te klein voor al die afzichtelijke bakken.”

“En dieren? Je werkte jaren voor de Dierenbescherming.”

“Klopt, maar als de mieren in mijn keukenkastjes lopen, kan ik ze met droge ogen doden. Weet je, duurzaamheid is zo’n containerbegrip voor groen doen geworden. Maar dat beetje groen wat ik doe, is echt niet zo duurzaam hoor!”

“jawel joh. Je bent juist lekker praktisch. Dat snappen mensen. Trouwens je gaat toch af en toe naar van die biologische boeren?”

“Wel naar de boeren, maar ze zijn geen van allen biologisch. Wel lekker dichtbij.”

“Dus dan ga je op de fiets?”

“Ja?”

En daarom lig ik deze week misschien ook wel op jouw deurmat.