dinsdag 24 augustus 2010

Doe mij maar een prosecco!


De vakantie is voorbij. In volle vaart ren ik weer naar werk, sport, school en andere leuke activiteiten. Jammer genoeg lijkt de zomer ook over. Gisteren was het echt spijkerbroekenweer. Een graai in de kast en ik hees me in mijn broek. Oeps; broek gaat niet meer over de heupen en ook het T-shirt is ineens wel heel erg strak geworden.


Gekrompen? Nee, dat kan niet. Trouwens nu ik goed kijk, lijkt het wel of mijn buik ook uitgezakt is. Dit zijn geen geintjes, ik heb teveel lekkere dingen gegeten, te veel prosecco, wijn en rosé gedronken. En dus pas ik gewoon niet meer in mijn broeken (en shirts, en jurken, en rokjes). HELP!
Ok, ik moet op zoek naar een oplossing. Googlen naar buikspieroefeningen. Dat helpt echt, beweert zoonlief en hij weet er ook wel een paar. Pfffff, ik word al moe als ik naar hem kijk. Ik weet niet of dit echt wel iets voor mij is.
Ik google verder en kom terecht op de site van Stijlgodinnen. Ze hebben nieuwe stijlfiguren bedacht. In taal- en tekstland gebruik je stijlfiguren om indruk te maken op een luisteraar of lezer. Maar de figuren van deze stijlgodinnen zeggen iets over jezelf.

Vroeger was je een appel (dan was je heel rond) of een peer (brede heupen en smalle taille). De stijlgodinnen doen het op een heel eigentijdse manier. Met glazen. Echt superleuk!

Welk glas ben jij?
Zijn je heupen breder dan je schouders en heb je een smalle taille? Dan ben je echt een cognacglas.

Zijn je heupen smaller dan je schouders en heb je een rechte taille? Jij bent een lekker cocktailglas.

Zijn je heupen en schouders even breed en heb je een buikje? Ok, het perfecte figuur voor een wijnglas.

Zijn je heupen en schouders even breed, maar je taille is smal? Jij bent geschikt voor het proseccoglas.
(afbeelding: van links naar rechts. Illustratie: Aleid Landeweerd)

Mijn spijkerbroek past nog steeds niet, maar ik word hier wel heel vrolijk van! Laat die prosecco maar doorkomen!

woensdag 18 augustus 2010

Landschapalfabet


Ik hou van letters. Al mijn hele leven vreet ik ze. Als klein kind wilde ik altijd bibliotheekje spelen. Jammer genoeg wilde nooit iemand meedoen. Dus speelde ik alleen. Eindeloos haalde ik boeken en tijdschriften uit de kast en voorzag ze van een papiertje met inleverdatum. Ik spreidde alles uit op het bed en mijn biebje was klaar. Ik opende de deur, riep dat de bibliotheek geopend was en speelde zelf de bibliotheekbezoeker. De enige. Ik ging op het bed zitten en kon urenlang in de boeken en tijdschriften bladeren en lezen. Uiteindelijk nam ik er een aantal mee, verwisselde snel van rol zodat ik als biebjuf een stempel op het inleverdatumbriefje kon zetten.


Het lezen is nooit meer overgaan en ook de liefde voor letters is alleen maar toegenomen. Ik kan ontroerd raken van mooie zinnen. Jaren werkte ik met veel plezier in de Literaire Boekhandel in Utrecht. Het voelde als spelen in een snoepwinkel. Overal letters en poëzie op de muren. En in die snoepwinkel ontdekte ik de meest grappige alfabetboekjes.

De fascinatie voor die boekjes is gebleven. Maar dat je letters ook in het landschap kon schrijven, dat wist ik nog niet. Totdat ik onlangs het landschapsalfabet van Thomas de Bruin ontdekte. Geweldig! In een week ontdekte hij in het Nederlandse landschap het alfabet in onderkast en kapitaal, cijfers en interpuncties. Nieuwsgierig? Neem dan snel zelf een kijkje.