maandag 26 oktober 2009

Help! Zoonlief zit in de brugklas


Sinds dit schooljaar zit onze zoon in de brugklas. Een hele verandering. Geen tijd meer om ’s middags lekker te ravotten op het veld. En al helemaal geen tijd om lekker met je vrienden te keten. Het is allemaal verleden tijd. Er moet namelijk gewerkt worden. Huiswerk maken, toetsen voorbereiden, boeken lezen en verslagen maken. Hij heeft het er enorm druk mee. En wij ook. Je wilt je kind ten slotte goed begeleiden. Maar hoe kun je huiswerk overhoren als zoonlief niet zo goed weet welk huiswerk hij heeft?

Het is namelijk heel lastig om een agenda goed in te vullen. Een bijna onmogelijke taak. En dus komt het regelmatig voor dat zoonlief iets vergeet op te schrijven. Met tamelijk desastreuze gevolgen. Blijkt hij ineens een proefwerk te hebben. En hij wist van niks. Echt niet! Of hij schrijft het wel op, maar dan blijkt de proeftoets ineens een echte toets te zijn. Of hij schrijft het wel op maar het staat ineens op de verkeerde week. Blijkt dat ‘ie het verslag niet volgende week maar vandaag in moet leveren.

Als ouder kun je er wanhopig van worden. Zoonlief tilt er allemaal niet zo zwaar aan. ‘Het komt allemaal wel goed mam’, zegt hij geruststellend. ‘Tuurlijk’, denk ik, maar ik heb zo mijn twijfels. En die worden lekker gevoed door de Trouw. Deze krant kopte afgelopen zaterdag op de voorpagina ‘Overstap naar brugklas nekt veel jongens’. Uit onderzoek blijkt dat jongens het in de brugklas veel zwaarder hebben dan meisjes. Ze kunnen de zelfstandigheid niet aan en missen de structuur van de basisschool. Daar zouden verschillende redenen voor zijn. Een is gelegen in de opvoeding. We schijnen meisjes nog steeds braver op te voeden dan jongens. Een andere reden is de ontwikkelingsverschillen tussen jongens en meiden van een jaar of twaalf. Het zijn niet alleen de lichamelijke verschillen tussen ‘opgeschoten meiden en miezerige jongens’. Ook hun hersenontwikkeling verloopt anders.

Eigenlijk doet zoonlief het hartstikke goed, bedenk ik me ineens. Hij is, op zijn manier, serieus met zijn huiswerk bezig. En het gaat steeds beter. Laatst kwam hij vol trots zijn huiswerk laten zien. Had íe alles al in de les gedaan. Het komt inderdaad wel goed met deze jongen. Nu alleen zijn etui met stickie en opdrachten nog terug zien te vinden…………..

dinsdag 20 oktober 2009

Saunataal


Gisterenavond zat ik in de sauna. Op de website werd de sauna ‘het paradijs’ genoemd. Een plek die ‘kleur aan je leven geeft’. Laat ik daar nou gevoelig voor zijn. Ik wil wel zweten, afkoelen, zweten, afkoelen en nog meer zweten en afkoelen in een paradijs. Terwijl ik paradijselijk aan het zweten was, viel het me opeens op. Saunaliefhebbers hebben een eigen taal.

Het begon bij de opgieting. Een echte saunameester komt met een emmertje water en etherische oliën binnen en giet deze over de hete kolen. De luchtvochtigheid neemt in snel tempo toe terwijl de temperatuur daalt. Het zweten begint. Maar nog onvoldoende. Het kan beter. De saunameester gaat afdraaien. Hij staat bij de gloeiende kolen en laat zijn handdoek snel boven zijn hoofd draaien zodat de luchtvochtigheid enorm toeneemt. En de hitte ook, want ik krijg het behoorlijk warm. Even later begint het helicopteren of wapperen. De saunameester gaat de sauna rond en wappert met zijn handdoek door de hele ruimte. En om de saunagasten ook even persoonlijke aandacht te geven volgt er nog een ultiem momentje; de persoonlijke wapper! Ook ik krijg er één. De saunameester staat voor me, houdt zijn handdoek stevig vast, gooit zijn armen achter in zijn nek en slaat dan keihard de handdoek naar beneden. Gevolg; ik voel een enorme hitte, even lijkt het of ik in brand sta, maar dan is het alweer voorbij. Het volgende emmertje wordt op de kolen leeggestort en het hele ritueel herhaalt zich nog drie keer. Telkens met een andere geur.


Na afloop ga ik buiten afkoelen en letterlijk stoom afblazen. Volgens onze saunameester was dit ‘een echt stukje saunagevoel’. Om ons verhitte lijf weer in normale conditie te krijgen, moeten we ‘nog een stukje afkoelen’. Ik ben benieuwd, tot hoever mag je afkoelen? Voeten wel, bovenbenen niet, of benen wel maar armen niet? Het valt mee; ik mag naar de persoonlijke afkoelslang. Een gewone tuinslang, maar wel bediend door de saunameester die mij persoonlijk natspuit met ijskoud water.


Heerlijk zo’n nieuwe taal; opgieten, afdraaien en een persoonlijke wapper. Ik kon er geen genoeg van krijgen en besloot twee uur later opnieuw naar de opgieting te gaan. Ondertussen was ik nog even in de ijskamer geweest om mijn lichaam met ijssnippers te pijnigen en had ik een stortemmer over me heen gegooid. Inderdaad; de sauna is een paradijs voor nieuw taalgebruik.

dinsdag 13 oktober 2009

Bijzondere ontmoeting


Soms zijn er momenten dat je tijdens een gesprek boos, ontroerd en verward raakt. En dat allemaal tegelijkertijd. Ik had het gisteren. Tijdens een lunch met een opdrachtgever. We hebben samen een prachtige brochure gemaakt over inclusie. Inclusie? Ja, had ik ook nog nooit van gehoord. Gaat erom dat iedereen recht heeft op hetzelfde onderwijs, binnen hetzelfde systeem. Kort gezegd; alle kinderen met een verstandelijke of lichamelijke beperking moeten naar het reguliere onderwijs kunnen. Een prachtig streven waar heel veel haken en ogen aan zitten. Onze brochure ‘De droom van Down’, over kinderen met een downsyndroom is naar alle basisscholen gestuurd en kreeg veel media-aandacht, o.a in Trouw. En veel positieve reacties uit het onderwijsveld. Vandaar dat de opdrachtgever nu materialen wil ontwikkelen voor het voortgezet onderwijs.


Insteek van de lunch was brainstormen over mogelijke middelen. Alles werd besproken; van filmpjes tot lezingen en van doe-opdrachten tot discussievragen. Nog steeds niets aan de hand. Behalve dan dat het gezelschap, voor mij in ieder geval, buitengewoon bijzonder was. Ik was in discussie met een vrouw die vastgebonden in de rolstoel zat, bijna niet kon praten en zichzelf regelmatig verwond. Naast haar zat een jongen, ook in een rolstoel. Hij had een hersenbeschadiging en was erg adrem en geestig. Verder was er nog een meisje en een meneer, beiden met een verstandelijke beperking.


Zij waren, met hun begeleiders, ook voor de lunch uitgenodigd. En zij lieten ons zien dat ze allemaal een bijzondere kwaliteit hadden. Gedrevenheid, doorzettingsvermogen, humor en intelligentie. Het was er allemaal. Maar waarom was ik dan zo verward en boos? Omdat ik niet op deze lunch voorbereid was. Omdat ik me ongemakkelijk voelde. Omdat ik zelf ook heel snel een vooroordeel heb tegen mensen die gehandicapt zijn en die hun lunch niet normaal kunnen nuttigen. Volstrekt onzinnig natuurlijk, maar ja, ik heb in mijn dagelijkse leven niets met mensen met een beperking te maken. Ik ben het simpelweg niet gewend.

De ontroering en bewondering was er voor de begeleiders, de gehandicapten en de opdrachtgever die niet opgeven, die doorgaan en hopen dat hun droom ooit werkelijkheid zal worden.

maandag 5 oktober 2009

Wanhopige netwerkers


Afgelopen donderdag was het feest in de Expo Houten. Daar werd de eerste Houtense Ondernemers- dag gehouden. Misschien voor u als lezer niet zo spannend, maar voor honderden ondernemers in Houten wel. Er konden namelijk prijzen verdiend worden. Rondom die prijzen moest er natuurlijk een aardig en interessant programma komen. En dus konden de deelnemers van de dag kiezen uit twee workshops, zagen ze een hilarische operasketch en konden ze actief netwerken op een beursplein. Een simpel concept, met maximaal effect.

Want genetwerkt werd er! Ik stond erbij en keek ernaar. Hoe verschillend zijn mensen. Er zijn er die bijna op je afstormen, wanhopig op zoek naar nieuwe contacten (zeg maar gerust; nieuwe opdrachten). Ze kijken je smekend aan. Drukken je direct hun visitekaartje in de hand en vertellen hijgend hoe ontzettend goed ze wel niet zijn. Ondertussen zie je die ogen schichtig heen en weer kijken. Want stel nou dat de burgemeester langskomt, of die ondernemer met zijn miljoenenbedrijf. Die willen ze natuurlijk wel even spreken.

Eerlijk gezegd heb ik helemaal geen zin in dit soort mensen. Hopeloze gevallen zijn het. Gelukkig is er ook nog die andere netwerker; de oprecht geïnteresseerde. Niet iemand die met zijn ogen heen en weer raast, maar iemand die gewoon tijd neemt om te ontdekken wat je voor elkaar kunt betekenen op businessgebied. Want misschien kun je even niet zoveel met deze persoon, daarachter zit altijd weer een netwerk dat wellicht interessant kan zijn. Kennismaken, proberen elkaars vertrouwen te winnen, rustig aftasten en ontdekken waar de win-win situatie zou kunnen liggen. Op welk vlak zou je iets voor elkaar kunnen betekenen? En uiteindelijk volgt er misschien wel een afspraak voor een nadere kennismaking. Dit zijn de waardevolle gesprekken die van je dag een succes kunnen maken. Deze visitekaartjes koester ik. En die anderen? Die gooi ik direct in de prullenbak. Ik wil namelijk geen herinneringen aan zwetende zenuwachtige mannen of vrouwen die hopeloos op zoek zijn naar werk.