woensdag 29 september 2010

Bijspijkeren




Af en toe moet je jezelf bijspijkeren. Of gewoon iets nieuws leren. Zodat je niet achterover gaat hangen en je leunt op het bekende. Niet steeds hetzelfde trucje uithalen, maar nieuwe dingen in jezelf ontdekken. Dat vind ik een uitdaging.

Daarom volg ik sinds deze week een cursus ‘column schrijven’. Niemand minder dan Emma Brunt zal mij en mijn medecursisten alles vertellen over het fenomeen column. Ze vertelt vol vuur over een onderwerp dat haar zeer aan het hart ligt. Vol passie gaat ze in op de kunst van het schrijven van een echte column. Niet zo’n huis-tuin-en- keukenschrijfseltje, maar een goed stuk met een pakkend begin, een midden waarin het verhaal wordt uitvergroot of verdiept en waar het einde weer even naar het begin verwijst.

Emma maakt duidelijk dat een column zoveel meer is dan even snel een paar honderd woorden neertikken. Een goede column zet je aan het denken, brengt je in beweging en heeft een originele gedachte. Maar het is oppassen, waarschuwt Emma. Oppassen voor afgesleten taal en afgezaagde onderwerpen. Ze maant ons tot secure observaties, eigenzinnige invalshoeken, zelfspot en suggestie. Volgens haar liggen de onderwerpen voor het oprapen. Maar pas op ‘de straat is een onzekere leverancier’ terwijl je, als je er open voor staat ‘cadeautjes van de taal krijgt’.

En na een avond vol goede en slechte voorbeelden, zullen we zelf aan de slag moeten. Of het gaat lukken? Ik zwoeg, denk, observeer en pieker me suf over een goed onderwerp. Ik ben er nog niet uit. En stiekem zit daar natuurlijk ook een beetje angst. Want Emma en mijn medecursisten gaan mij beoordelen. Nou ja, mijn column dan. En dat vind ik eerlijk gezegd dood- en doodeng.

Ergens las ik dat columns net schilderijtjes zijn die her en der in een krant of magazine worden opgehangen. Ben benieuwd of ik de volgende bijeenkomst een meesterstuk of een broddelwerkje in zal leveren. Het zal er wel tussenin zitten. En misschien dat ik aan het einde van de cursus toch een spijkertje in de muur kan slaan.

woensdag 22 september 2010

Fouten maken mag!


Onze dochter van zeven zit sinds een paar weken op fluitles. Ze denkt dat ze na één keer oefenen alle liedjes kan spelen. Zuiver en ritmisch. En dat blijkt tegen te vallen. Ze wordt boos op iedere valse en verkeerde noot en rent de kamer uit als het er teveel worden. ‘Het liedje klinkt op de cd heel anders. Stomme fluit! Ik stop ermee!’ schreeuwt ze. Boos op zichzelf. Omdat ze al voor de derde keer dezelfde fout maakt.

Het is zo herkenbaar en ik heb met haar te doen. Ik leg haar uit dat je fouten mag maken. Dat het helemaal niet erg is en dat je daar veel van leert. Dat je niet moet opgeven en dat je het gewoon moet blijven proberen. ‘Van proberen kun je leren’, zegt ze en ze kijkt me eigenwijs en uitdagend aan.
Onlangs verstuurden wij (Veronique van Campen, Herco Terweij en ik) onze eerste nieuwsbrief. Supertrots op bladonline.nl, ons onlinemagazine over bladenmaken. Er was alleen iets fout gegaan. Ik had de laatste versie niet gezien. Totdat ’ie in mijn postvak binnenkwam. Heette ik ineens Trea Sholten en even verderop zag ik nog een spelfout.

Heel even stokte mijn adem. Wat moesten onze relaties hier wel niet van denken? Wat stom en slordig! ’s Avonds bleek dat er ook nog een technische fout in de nieuwsbrief zat. Er werkte een link niet. Wat nu? Niets doen en doen alsof onze neus bloed? Nee, we stuurden de volgende dag nog een nieuwsbrief met als kop ‘sorry, foutje’. En we eindigden met een quote van Lily Martens uit ons eigen BLAD: ‘Durf fouten te maken. Als we niets uitproberen, gaat het ook nooit mis. Saai! Ga experimenteren! Zoek naar nieuwe mogelijkheden! Provoceer en speel. Ook als iets niet lukt, kan het achteraf heel waardevol zijn.’
Inderdaad, een waardevol advies. Want vanaf dat moment stroomden de reacties binnen, vooral via de mail. Dat we het zo lekker speels opgelost hadden.

Dochterlief had ook gelijk ‘van proberen kun je leren’. Inmiddels brainstormen wij over ons tweede nummer . We zullen ongetwijfeld weer fouten maken, maar het is domweg veel te leuk om nieuwe dingen te maken en te experimenteren. En wat dochterlief betreft: vanochtend hoorde ik ‘Mieke heeft een lammetje’, zonder een valse noot. Ze kijkt me trots aan en zegt met haar liefste stem: ‘Ik kan het wel!’

woensdag 8 september 2010

Hoezo ik gebruik weinig Engelse woorden?


In taalland is er veel ergernis. Al jaren. Onze mooie Nederlandse taal zou verengelsen. En dat is natuurlijk ook zo. De glossybladen spannen de kroon. Toen de Nederlandse Cosmpolitan twintig jaar bestond, heeft Marcel Bas alle Engelse woorden van dit Nederlandse magazine op een rijtje gezet.

Hilarisch. Alleen de cover sprak al over: Birthday Summer, Follow your Heart, Dating Dossier, Beachparty-beauty en Style Award. Eerlijk is eerlijk: het bekt allemaal lekker. Deze Marcel heeft alle 129 pagina’s grondig bestudeerd en kwam met Nederlandse suggesties voor het overbodige Engels. Taalvervuiling, volgens hem.

Ik ben het wel een beetje met hem eens. Ik koester onze taal en probeer zo vaak mogelijk Nederlandse vervangers te zoeken. Maar is dat wel echt zo? Gisteren hield ik mijn Engelse woordvervuiling een dagje bij. En ik schrok.

Ik moest een nieuw account aanvragen voor een e-mailadres. Was bezig in de back office van een website. Moest een offerte aanvraag doen waarbij ook een vraag over een badge zat. Heb foto’s gedownload, een E-zine geschreven, een deadline gehaald en een voorstel voor een ander font voor een brief gedaan. O ja, en ook nog een tekst door de spellingchecker gehaald. En een opdracht gekregen voor het schrijven van een crispy tekst.

’s Avonds gegoogled, op zoek naar leuke bed&breakfastadresjes voor een weekendje Barcelona. We gaan daar met vriendinnen funshoppen. En hopen dat de sale nog niet over is! Daarna douchen, mezelf met bodymilk en bodylotion ingesmeerd. Tot slot de talkshow van Paul de Leeuw en Filemon Wesselink gekeken en in de herhaling de penalty van Nederland gezien.

woensdag 1 september 2010

Waarschuwing met knipoog


Soms, heel soms, kom ik er niet uit. Dan ben ik met een tekst bezig en heb ik totaal geen inspiratie. Ik zit op mijn stoel, beeldscherm blijft angstig leeg en het zweet breekt me uit. Vaak ga ik even bladeren in tijdschriften, lees een artikel of struin het internet af. Op zoek naar de meest onzinnige dingen. Over het weer in Oezbekistan, een leuke shop in Jeruzalem of een liedje waarin het woord ‘pech’ voorkomt. Ik kan er niets aan doen.

Journalisten gebruiken het internet ook als ze geen inspiratie meer hebben. Of als ze geen zin hebben om iets goed uit te pluizen.Tenminste dat beweert de Engelsman Tom Scott. Hij ergert zich ontzettend aan fout nieuws in de media. Vaak volgt een rectificatie. Omdat de journalist een quote volledig uit het verband heeft gerukt. Omdat er geen hoor- en wederhoor plaatsgevonden heeft. Omdat de bronvermelding ontbrak. Of gewoon omdat ‘ie te lui was om een eigen artikel te schrijven en gewoon plagiaat pleegt.

Maar Tom Scott wil zelf waarschuwen. Daarom ontwierp hij waarschuwingsstickers. En die plakt hij op discutabel nieuws. Zijn stickers schijnen een groot succes in Engeland te zijn. En inmiddels is er ook een Nederlandse versie.

Een waarschuwing is op zijn plaats; gebruik de stickers NIET voor discutabel online nieuws. Voor je het weet zit je beeldscherm vol (voordeel is wel dat je dan nooit meer een leeg scherm hebt).

PS: Waar ik dit nieuws vandaan heb? Van http://www.communicatieonline.nl/. Hoe ik daar kwam? Ik was op zoek naar een artikel van Jeroen Thijssen uit de Trouw van afgelopen zaterdag. In het artikel schreef hij dat hij de informatie uit Wikipedia niet geverifieerd had. Benieuwd wie daar een sticker op durfde te plakken.