woensdag 25 november 2009

Verleiden met woorden


Ik heb een eigen onderneming. En daar ben ik supertrots op. Tekst- en redactiebureau Lef met Letters verleidt met woorden en schrijft teksten die lekker lezen. Met heldere boodschappen die de lezer begrijpt. Van dit bureau mag ik me eigenaar noemen. Of entrepeneur, zoals sommige ondernemers zich noemen. Klinkt direct veel chiquer. Wat een groot verschil met de woorden die meestal gebruikt worden. Ik heb geen personeel en dus noemen ze me een ‘eenpitter’ of een zelfstandige zonder personeel’. In het gunstigste geval heb ik een eenmanszaak. Zielige termen die erg sneu klinken.


De woorden roepen associaties op van iemand die lekker de hele dag op zijn zolderkamertje zit te freewheelen, kinderen uit school haalt, de was doet en tussendoor een opdrachtje afmaakt. En heel soms verstuurt hij of zij nog eens een factuurtje. Maar de business serieus nemen?


Hoe anders is de werkelijkheid? De meeste ondernemers hebben visie, passie en overtuiging. Ze starten een onderneming omdat ze experts zijn op hun gebied en hun deskundigheid graag willen delen. Natuurlijk willen ze ook veel geld verdienen en zullen ze er alles aan doen om de beste in hun vakgebied te blijven.

Jeroen van der Schenk, een succesvolle ondernemer, sprak gisteren tijdens een evenement van de Kamer van Koophandel Midden Nederland het verlossende woord. Ook hij haatte de term zelfstandige zonder personeel en sprak over zelfstandige professionals. Hij sloeg de spijker op zijn kop! Heerlijk, dit is wat ik ben; geen zielige zelfstandige maar een zelfstandige professional. Dat ik daar niet zelf op gekomen ben! De term zelfstandige professional bewijst maar weer eens hoe woorden kunnen verleiden. Want zeg eens eerlijk, met wie heb doe jij liever business?

woensdag 18 november 2009

Over etiquette en lekker likken


Vorige week was ik bij de jaarafsluiting van het IKH, een netwerk voor Houtense ondernemers. Het beloofde een interessante middag te worden over etiquetteleer. De locatie was in ieder geval passend; huis Rhijnauwen, idyllisch gelegen aan de Kromme Rijn.

Eenmaal binnen bekruipt me het gevoel dat ik hier niet helemaal op mijn plek ben. Ik zie veel heren in zwarte pakken. De vrouwen zien er iets frivoler uit. Met mijn spijkerjasje, korte jurkje, dikke maillot en vintage laarzen val ik erg uit de toon. Nieuwsgierig neem ik plaats en wacht op wat komen gaat.

Een man en een vrouw spelen een spel over de do’s en dont’s van etiquette. Etiquetteregels zijn er om gasten op hun gemak te stellen, zo leggen ze uit. Vervolgens krijgen we enorm veel voorbeelden voorgeschoteld. Aan het einde van de workshop ben ik het meeste al vergeten. Moet ik links of rechts van een man gaan zitten? Is het pak of kostuum? Wanneer laat ik iemand voorgaan? Wat ik wel onthoud is dat ik nooit als eerste de trap op moet lopen. Omdat de heren misschien wel onder mijn rok willen kijken! En laarzen met hoge hakken onder een kort jurkje zijn ‘not done’ (mijn dagelijkse outfit).

Na de introductie gaan we zelf aan de slag. We krijgen een menu en moeten op de juiste wijze vorken, messen, lepels, kommetjes, glazen en borden neerleggen. Samen met een fotograaf doe ik erg mijn best, maar we komen er niet uit. Op het menu staan o.a. gamba’s, tonijn met timbaaltjes van rijst en een chique ijscoupe met onbekende ingrediënten. Terwijl we druk met vorken en messen schuiven, krijg ik een sms’je: ‘Gefeliciteerd met je verjaardag. Kids hebben een verrassing voor je. Eten bij de McDonald’s. Kom je snel?’ Ik laat alle etiquette achter me. Zeg netjes de gastvrouw en gastheer gedag en sprint naar mijn auto. Eenmaal bij de McDonald’s eten we ongegeneerd met onze handen. IJs als toetje. Lekker likken. Nooit geweten dat McDonald’s zo leuk kan zijn.

dinsdag 10 november 2009

De kaasfluisteraar


Gisterenavond was de jaarvergadering van de ZZP-Houten. Een handjevol eenpitters was hier op afgekomen. Nadat het bestuur haar verantwoording had afgelegd was het tijd voor een kaasproeverij. Een kaasproeverij? Ik had er nog nooit van gehoord maar in Amsterdam zit een kaasproeflokaal, vlakbij het Anne Frankhuis. Ron Pieters, erkend kaasproever, was speciaal naar Houten gekomen om ons de fijne kneepjes van het proeven te leren. Dat was bijzonder. En leerzaam. De kazen kwamen allemaal uit een oud pakhuis in Woerden. Daar maakt Reypenaer op een natuurlijke traditionele manier lekkere Hollandse kazen.

Vol enthousiasme vertelde hij over het proces van kaasmaken. Van het ventileren van de ruimten tot het wekelijks oppoetsen van de kazen. Dat laatste gebeurt met de hand en is voorbehouden aan de kaasfluisteraar. Een bijzonder belangrijk persoon die de kazen draait, oppoetst, klopt en luistert naar de kaas. Hij moet er uiteindelijk voor zorgen dat de complexe smaak, aroma’s en geuren goed op elkaar afgestemd worden.

Ik word steeds nieuwsgieriger naar de smaak. Dit zijn niet zomaar een paar kazen. Het gaat hier om exclusieve kazen die goedgekeurd zijn door de kaasfluisteraar. Kazen waar naar geluisterd wordt. Kazen die laten weten dat ze nog niet klaar zijn om opgegeten te worden. Kazen die nog niet genoeg geur afgeven of kazen die nog geen afscheid van hun kaasvrienden willen nemen. Kazen die pas van de plank gaan als ze fluisteren: ‘Ja, ik wil nu een mond in, ik wil dat mensen mij ruiken en proeven’. En dat de kaasfluisteraar dan zegt: ‘Dat is goed, kaas. Kom, ik neem je mee. Je tijd is gekomen.’

Die kazen liggen nu voor mijn neus. Ik kan niet wachten. Voor me staat Le Guillotin. Een messcherp apparaat! Speciaal om dunne plakken van de kaas af te snijden. Ik haal het heft omhoog en zet het in een perenwitte geitenkaas. Het heft doorklieft bijna de kaas en ineens moet ik aan de kaas denken. Zou de kaas het nu uitgillen? Zou ‘ie pijn hebben? Het voelt toch een beetje als moord. Heel even maar. Gelukkig ben ik geen kaasfluisteraar en hoor ik geen gekreun van de kaas. Wel proef ik de zachte en, volgens de kaasproever, zwoele smaak van deze Chèvre.

Na zes kazen, diverse wijnen en een port ben ik de kaasfluisteraar eeuwig dankbaar. Dat je met fluisteren zulke heerlijke kazen krijgt!

dinsdag 3 november 2009

Over dankgebruik en andere typefouten


Elton John ligt in het ziekenhuis met ernstige griepverschijnselen, lees ik in de Spits. Geen wereldschokkend nieuws, tenzij je sir voor je naam hebt staan. Want er is iets bijzonders met deze sir. Zijn gezondheid heeft al vaker een knauw gekregen. Volgens de krant komt dat door ‘veelvuldig dank- en drugsgebruik’. Gelukkig is hij daar, volgens de krant, al twintig jaar geleden mee gestopt. Was Elton John gelovig en zou hij al twee decennia niet meer danken? Misschien niet, maar daar gaat het hier niet om. De auteur van dit stukje wilde even het drankgebruik van Elton John aanhalen. Maar er viel een letter weg.


Dit gebeurt wel vaker en de gevolgen zijn soms hilarisch. Een onbedoelde typefout kan ineens een onverwachte wending geven aan de oorspronkelijke betekenis. Of een heel andere associatie oproepen.

Misschien was het wel zijn advizeur die dit bericht schreef. Gelukkig heeft Elton John nog geen eigen partij, anders had het de fractielijder nog kunnen zijn die deze verpreking uitsprak. De tijd drinkt en paparazzi verdrinken zich bij de drankhekken van het ziekenhuis om te achterhalen wat er nu echt met de beroemde zeur aan de hand is.

Typefouten zijn soms grappig, versprekingen kunnen vermakelijk zijn, maar o wee als je zelf eens de mist in gaat. Dan baal je behoorlijk. Het overkwam mij zondagochtend. Ik wilde even snel een berichtje de wereld insturen en drukte snel op de verzendknop. Te snel, want te laat zag ik een joekel van een fout. Wat te doen? Laten staan en me realiseren dat iedereen me wel erg suffig vind? Ik schrijf teksten, redigeer het ene naar het andere stuk en kan, zo blijkt nu, zelf ook niet foutloos typen. Dan maar gewoon eerlijk toegeven. En dus stuurde ik er een mailtje achteraan. Met mijn oprechte excuses dat ik zo’n domme fout had gemaakt. Ik verwachtte heel wat reacties terug, maar nee hoor. Blijkbaar is het niemand opgevallen. ‘d-t’fouten zijn misschien niet zo zichtbaar als echte typefouten. Terwijl juist die eerste vaak in veelfout gemaakt worden.