dinsdag 31 januari 2012

Interviewen zoals Wilfried - 5 tips

Gisterenavond keek ik naar 24 uur met. Een televisieprogramma waarin Wilfried de Jong een etmaal lang zijn gast ondervraagd. Beiden zitten al die tijd opgesloten in een ruimte.

Het lukt Wilfried iedere keer weer om een mooi programma te maken. Zijn interviewtechniek kun je ook gebruiken voor het schrijven van human interestverhalen, bedacht ik me na het bekijken van de uitzending met Herman den Blijker.

Hierbij de 24uurs-inspiratie:

1. Laat regelmatig een stilte vallen. Reageer niet te snel, maar gun je gast de tijd om na te denken en op zichzelf te reageren.

Wilfried vroeg waarom Herman aan het lijnen was. ‘Omdat ik zwaar ben,’ antwoordde Herman. ‘Gewoon te dik dus,’ reageerde Wilfried en hij gaf Herman de kans om heel lang na te denken. ‘Ja,’ was het antwoord, ‘daar komt het eigenlijk wel op neer.’ Het kostte Herman schijnbaar moeite om dit toe te geven.

2. Durf door te vragen. Neem niet snel genoegen met een antwoord, maar probeer de kern te pakken te krijgen.

Toen het over Hermans gevoelens voor zijn zoontje ging, bleef Wilfried doorvragen. Was het alleen liefde, was het ook verantwoording? Uiteindelijk stelde hij de vraag of het wellicht gewoon een dierlijk gevoel was. Kijk, dan kom je tot de essentie.

3. Ga mee met de passie van je gast. Leef je zoveel mogelijk in. Probeer te begrijpen waar die passie vandaan komt en wat dat bij iemand teweeg brengt. Maar ken je grenzen hierin.

Herman en Wilfried, twee kalende Rotterdammers. Herman rookte ’s middags een sigaar en Wilfried pafte mee. Uren later rookt Herman nog steeds, Wilfried is inmiddels gestopt.

4. Maak het de gast altijd naar de zin. Zorg dat iemand zich op zijn gemak voelt en geeft hem of haar een gevoel van vertrouwen.

Herman is aan het lijnen, ontdekt pindarotsen. Daar is íe dol op en het zal lastig worden om ze te weerstaan. Wilfried gooit de pindarotsen weg zodat Herman niet in de verleiding kan komen.

5. Vat af en toe samen. Doe dit op een manier die passend is bij de setting. Of die een uitspraak kan ontlokken, scherp en oplettend.

Herman vertelt over zijn jeugd en dat hij veel bij vrienden en vriendinnen sliep. Hij ging niet naar de middelbare school. Hing wat rond. ‘Je bent eigenlijk gewoon een zwerver,’ concludeert Wilfried.

donderdag 12 januari 2012

Van zzp naar zp

Vanochtend zag ik het weer. Ik kreeg een tekst van een ondernemer die zichzelf ZZP-er noemt. Het is opvallend hoe vaak die term verkeerd geschreven wordt. Het lijkt wel of iedere zelfstandige ondernemer zonder personeel er zijn eigen schrijfwijze op na houdt. In hoofdletters, kleine letters, met streepje of apostrof: ZZP’er, ZZP-er, zzp’er of zzp-er.

De afkorting zzp staat voor zelfstandige zonder personeel. Die term schrijf je niet in hoofdletters, en dus schrijf je de afkorting ook niet in hoofdletters. Vergelijk het met termen als ict’er, hbo’er en mkb’er.

De juiste schrijfwijze is zzp’er, met apostrof. Geen streepje, omdat je een streepje na een afkorting alleen gebruikt in samenstellingen: woorden die uit twee of meer zelfstandige delen bestaan. Bijvoorbeeld: zzp-korting, hbo-studie, PvdA-leider of cd-rekje.

Nog even over die zzp’er. Eigenlijk een heel gekke term. Zelfstandige zonder personeel. Dat ben ik als moeder toch ook? In die rol ben ik heel zelfstandig en ik heb, helaas, geen nanny of poetsvrouw. Toch noem ik mezelf in die rol geen zzp’er. Volgens mij geen enkele moeder trouwens. Als ondernemer ben ik wel een zzp’er. Maar, eerlijk gezegd, ik gebruik die term vrijwel nooit. Steeds vaker hoor ik de term zelfstandige professional. Een term die, wat mij betreft, veel meer zegt. Een zelfstandige professional is een zp’er. Met kleine letters.