
Donderdagavond, Stadsschouwburg Amsterdam. Ik trakteer mijn lieve vriendin op een avondje uit. We gaan naar Snorro, een familievoorstelling van het Ro-theater. Het wordt een hilarische avond met veel bordkartonnen cactussen, ritsende decors, dubbelrollen, bekende liedjes in een nieuw jasje en meer goede ongein. We rollen bijna van de stoel van het lachen. Een topavond! Maar een ding zit me toch niet lekker.
Waarom zei ik niets tegen Huub. Huub? Ja, Huub. Niet zomaar een Huub, maar mijn idool; zanger van De Dijk en Concordia. Bij de garderobe kom ik hem voor de eerste keer tegen. Ik kijk hem aan en groet vriendelijk. Ik voel mijn hart bonken. Niet dat ik het een lekker ding vind, maar zijn stem en de nummers van De Dijk vind ik echt waanzinnig! Na afloop van de voorstelling ben ik met een vriend in gesprek. Ik vertel over mijn ultrakorte ontmoeting met Huub en dat ik niets wist te zeggen. ‘Je krijgt een tweede kans’, sist hij ineens. Huub komt weer voorbij, eenzaam en alleen. Maar ach, wat moet Huub met mij. En eerlijk gezegd, wat moet ik met Huub? Ik laat de kans voorbijgaan.
Veel later gaan we naar huis. Vriendin en ik banen ons een weg naar de uitgang en ineens is daar een aardige man die opzij gaat, een kleine buiging maakt en zegt; ‘dames gaat u voor’. ‘Dank u’, stamel ik, want drie keer raden wie het was. Huub! Lachend lopen vriendin en ik naar buiten.
Als ik de volgende dag aan dochterlief vertel dat ik Huub, je weet wel van Mijn op straat geredde roos (haar lievelingsnummer), gezien heb, kijkt ze me ongelovig aan. 'Nee mam, dat meen je niet! Geen handtekening, geen foto, niets gezegd. Wat dom!´
Ja lieverd, dat is het misschien ook wel. Maar wat zeg je tegen iemand waar je zoveel bewondering voor hebt. Wie het weet die mag het zeggen. Wie het niet weet zingt een lied, zong De Dijk. Ik wist het niet. Vind het ook eigenlijk helemaal niet belangrijk. Laat mij maar lekker naar zijn muziek luisteren. Enough is enough!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten